In de achtertuin van het atelierpand aan de Dobbelmannweg staat Frank Bezemer. Frank is al jaren beeldend kunstenaar en doet dit ook al jaren vanuit zijn atelier aan de Dobbelmannweg. Daar zoekt hij de balans tussen het kunstzinnige en het organische door te spelen en waar te nemen. En daarin weet hij goed gebruik te maken van zijn omgeving; de ateliertuin aan de Dobbelmannweg wordt goed benut.
Waar het allemaal begon
Vlak na zijn middelbare schooltijd vertrekt Frank naar Guatemala met een schetsboek; als je een schetsboek meeneemt dringt dat wat je vastlegt wellicht wel meer tot je door. Dat schetsboek was de eerste van velen, want Frank verwerkt nog steeds zijn waarnemingen in zijn kunst.
“Ik was in Guatemala aan het reizen. En een vrouw uit België zei; “Je hebt talent! Moet jij niet naar de kunstacademie gaan?” Toen heb ik dat gedaan. En nu zijn we hier.”
Bezemer liet zich al van jongs af aan inspireren door het organische. Hij is opgegroeid in een beekdallandschap vol met akkers en beekjes. Zijn plezier in het beleven van biodiversiteit begon vroeg. In zijn werk als kunstenaar zie je dit steeds terug. Bezemer vertelt over zijn recente werk waarin tien verschillende kleuren samenkomen op een organische gegroeide tak.
“Ik wilde een kunstwerk maken dat over de diversiteit van kleuren zou gaan. En via wat omwegen kwam ik uit bij een beroemd Roemeens kunstenaar; Andre Cadere. Hij maakt barres de bois rond – een ronde stok van hout. Het verschil tussen zijn en mijn werk is groot, maar het uiterlijk blijft irritant veel op elkaar lijken. Op de academie hebben we geleerd om niet anderen na te volgen. Maar de stemmen van boven zeiden dat ik het toch moest doen. Ik 2011 ben ik daarmee begonnen.”
Bezemer maakt van 28 losse onderdelen een sculptuur die hij staf, antenne of scepter noemt. Hij werkt ook aan een serie foto’s met moeders waarbij hun zevenjarige kind op schoot staat met een staf in de hand. Een kind dat klaar staat zich helemaal los te maken van de moederschoot.
”En later ben ik gaan samenwerken met bevers die dammen bouwen. Soms drijven er stammen weg en dan komen die in de Waal terecht en die haal ik er vervolgens weer uit. Of een vriend vindt er één en brengt een stam langs. Dan gebruik ik dat als hout. Dat organische proces komt weer terug.”
De tuin
Het atelierpand aan de Dobbelmanweg heeft een grote achtertuin.
“Ik houd enorm van het landschap en buiten. Hierboven heb ik mijn atelier. Dat is ook super fijn. Al werk ik in de winter het liefste buiten. Ik wilde eigenlijk dat bij zo’n hoosbui dat een zo groot mogelijk oppervlakte van de tuin onder water zou komen te staan. Ook vanwege het visuele effect. Want ik ben toch inderdaad beeldend kunstenaar. Dus nu heb ik drie regenpijpen afgekoppeld. Eén komt in de vijver uit en als er nu een hoosbui is dan stroomt het daar over en dan heb ik hier al die terrasjes. Als je hier over een maand komt zitten hier ook al kikkertjes – er zitten hier nu al salamandertjes.
Een andere kunstenares in dit pand houdt van bloemstillevens maken. Het liefste wil ze in deze tuin daar de bloemen voor kweken. Voor bloemen heb je een vochtige habitat nodig. Omdat het hier zo droog is, hoop ik met deze wadi’s bijgedragen te hebben om die bloemenkweek wat makkelijker te maken. Dat als het dan regent dat het dan zo breed mogelijk wordt verdeeld en het water ook wordt vastgehouden “.
Het is februari maar toch hoor je overal vogeltjes tussen het ritselen van bladeren – Het broeikasje verderop in de tuin wacht ongeduldig om weer gebruikt te worden in het volgende seizoen.
Foto’s: Koen Kievits